Fernweh

Schiphol, september 2014

Mijn vader hield niet van reizen. “‘t Graas doa achter is och geweun greun”, zei hij vaak als ik in mijn studententijd weer eens met m’n rugzak afscheid kwam nemen voordat ik liftend naar Zuid Europa vertrok.

En hij had gelijk. Sterker nog, op veel plekken waar ik tijdens mijn latere reizen kwam, was geen grassprietje te ontdekken of, nóg sterker, ontbrak soms alle groen. Maar de strekking van zijn opmerking was wel duidelijk en ik ben het met hem eens. Reizen omdat het elders beter zou zijn is onzin, daarvoor heb ik het Nederland veel te goed. Bovendien zou ik dan beter kunnen investeren in verbetering van m’n leven hier.

20140717Noorwegen05Maar wat is het dan toch, dat gevoel dat ik steeds weer op reis wil gaan, naar het onbekende? Terwijl ik zo geniet van m’n leven in Maastricht?

Waar anderen soms last hebben van heimwee, speelt bij mij regelmatig de Fernweh op, een prachtige Duitse term voor het verlangen naar het onbekende.

Het is het onderweg zijn, het dag in dag uit niets anders te doen te hebben dan het absorberen van alle indrukken en uitzoeken hoe van A naar B te komen. En als dat niet lukt, improviseren en gewoon meegaan met wat zich voordoet.
Het is de nieuwsgierigheid naar andere landschappen, leefgemeenschappen, naar mensen die net als ik toevallig ergens ter wereld zijn gekomen in een omgeving met een eigen geschiedenis en een eigen dynamiek. Die daar opgroeiden en vervolgens kozen voor een manier van leven met de middelen en mogelijkheden die voorhanden waren. Mensen die hun eigen dromen hebben en hun eigen keuzes maken. Die vaak net zo nieuwsgierig naar mij zijn als ik naar hen.

En dan de landschappen. Misschien dat die nog wel de meeste indruk maken. En dan niet omdat ze toevallig Patagonië, Great Canyon of Noordkaap heten. Een in grijze ochtendmist gehuld dal in de Ardennen en een schapenwei in Bemelen zijn wat mij betreft net zo bijzonder. En ja, het gras is daar net zo groen als thuis, dat ook.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.