Oorlog

Ik loop met mijn vriendinnetje terug van onze lagere school naar huis. Het is winter en in de verte zien we de lichtjes van de kolentrein langzaam de berg van de Staatsmijn Wilhelmina op kruipen. Op de weg van Heerlen naar Aken worden we ingehaald door een militaire colonne met bruine jeeps, vrachtwagens, tanks.

Zij is met haar 8 jaar een jaar jonger dan ik en denkt dat ik alles weet. “Wat zijn dat voor auto’s, wie zijn die mannen met helmen en waar gaan ze naar toe?” Ik vertel haar dat het een oefening is. “Wordt het dan oorlog?” “Nee hoor, ze oefenen alleen maar”, stel ik haar gerust. “Maar als er geen oorlog komt, waarom moeten ze dan oefenen?” Ik weet het ook niet maar vertel dat ze oefenen voor als er ver weg oorlog is, dat ze dan kunnen helpen. “Dus we krijgen hier nooit meer oorlog?” “Nee hoor, wees maar niet bang, de oorlogen blijven altijd ver weg van hier.”

Lilian & JohnVijfenveertig jaar later, in Eijsden, staan twee kisten naast elkaar in het crematorium. De zaal is vol met familieleden, vrienden, collega’s die ieder voor zich eigen herinneringen met zich meedragen en hun eigen rouwproces doorstaan. Op elke kist staat een foto. Een van hem, een van haar; ze lachen ons toe. Samen gingen ze op reis maar kwamen terecht in een oorlog die niet de hunne was; boven de Oekraïne werden zij uit de lucht geschoten.

Broers en vrienden delen hun herinneringen aan de twee en op schermen verschijnen foto’s uit hun jonge jaren en van hun leven samen. Er wordt verteld van hun jeugd, die ook de mijne was. Van te laat thuis komen na het stappen, van paarse en groene slaapkamermuren en visnetten met flessen in rieten manden boven het bed. Van Supertramp, Deep Purple en Puchs met hoge sturen. Maar ook van hun liefde voor elkaar en voor het reizen.

Als de laatste woorden geklonken hebben en de aanwezigen verzocht wordt afscheid te nemen begint het buiten hoorbaar te regenen.

Maastricht, 24 september 2014

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.